2015 Castelbello naar Verona en 2016 Verona naar Florence

17 april 2017 - Donauwörth, Duitsland

60 kaart routeZondag 3 mei:  Castelbello- Naturns , 16 km

Het is zondagochtend en heel rustig onderweg. We drinken koffie op een leuk terras aan de Adige. Al om twaalf uur zijn we in Naturns, waar we van de stationschef horen dat het hotel niet in het plaatsje is, maar vijf kilometer bergopwaarts. Hij vertelt dat we de bus die drie maal daags gaat nog kunnen halen. We springen erin en hij brengt ons naar het gehucht Tabland en het mooie pension Gletscherblick. Het is niet een handige plek hier, maar wel heel mooi! We douchen en wandelen dan naar het dal via een soort treinmuseum met mooi terras. In Naturns eten we een broodje en pakken de laatste bus terug de berg op. Vanaf ons balkon kijken we uit op Schloss Juval. De Middeleeuwse burcht werd in 1983 aangekocht door de bekende Oostenrijkse bergbeklimmer Reinhold Messner. Die maakte er een echt bergmuseum van. Ook in de avond ziet het er sprookjesachtig uit met al die lichten hoog op de berg. We bellen pa en ma. We appen met J en E, in Bremen voor een foto-expo. We appen met E en A, in Maastricht voor een kunstexpo. We appen met I en F, net terug uit de Japanse tuin in Ockenburg. Leuk 59 bord trentoom zo vanuit je bergdorp in contact te staan met de rest van de wereld.

Maandag 4 mei: Naturns – Oberplars 14 kilometer

De kerk uit de 17de eeuw in Naturns is vandaag helaas gesloten. Het pad stijgt en daalt voortdurend. Daardoor is deze korte etappe toch inspannend. We komen veel andere wandelaars tegen op deze “Waalweg”. Op een gegeven moment is de route opgebroken en moeten we afdalen. In het dorp beneden eten we een eenvoudige maaltijd in een Gasthof. Er volgt een fraaie wandeling naar Oberplars waar we ons hotel hebben. We krijgen een gratis kaart voor alle openbaar vervoer in de regio. Dat komt goed uit, want we willen vanmiddag nog naar Merano en er vertrekt een bus voor het hotel. Merano verrast ons, heerlijk om hier rond te wandelen. We kijken rond, doen wat inkopen en pakken de bus terug. Op ons balkon eten we heerlijk met uitzicht op Merano in het dal. We vergeten om 20 uur de dodenherdenking en houden onze twee minuten stilte een paar uur later.

Dinsdag 5 mei: Oberplars – Nals, 14 km

Het ontbijt is goed in de ouderwetse gelagkamer. Om 9 uur verlaten we het hotel in de richting van Algund. Bij de M-Preis doen we boodschappen voor onderweg. De Claudia Augusta gaat meteen stijl omhoog tot we op een vlakke Waalweg komen met prachtige uitzichten. We zijn niet de enigen; het lijkt hier wel het Vondelpark op zondag. Ook de horeca bloeit hier zo dicht bij Merano. We drinken koffie in een gezellige Waldschenke. We lunchen op het mooiste overdekte bankje met uitzicht ooit. We dalen af en besluiten een stukje van zeven kilometer openbaar vervoer te nemen. In Nals nemen we het eerste  beste pension, dat heel goed blijkt te zijn. We eten een heerlijke pizza op de hoek. We schrijven kaarten naar  het thuisfront.wil hut groot

Woensdag 6 mei: Nals-Kaltern 22 km

We lopen op een vlak pad naar Adriano, waar we koffie drinken en de kaarten op de bus doen. De klim naar kasteel Hocheppan is heel erg zwaar. En niet alleen zwaar maar ook gevaarlijk. Je loopt langs afgronden zonder hek op heel smalle paadjes. We spreken af dat we heel voorzichtig lopen en geen misstap maken.  We hopen dit soort paden niet meer te krijgen, want leuk is dit echt niet. Na de top is er een prettig normaal pad omlaag. We komen aan in St Pauls, waar we mislopen en een stuk langs de weg wandelen, waarna we gelukkig weer de echte route oppakken. Door het omlopen is de tocht pittig en we zijn heel blij als we Kaltern binnenlopen, voor het eerst echt heel moe. We vinden Gasthof Zum Turm midden in het dorp. Ons balkon is boven een pizzeria, waar we lekker gaan eten. Het is hier heel sfeervol.

Donderdag 7 mei: Kaltern – Neumarkt 13 km

We halen onze pelgrimsstempels en dalen af naar de Kalterer See. Weer wandelen we langs prachtige paden met borden over flora en fauna van de streek. Flink klimmen en dalen vandaag. In Tramin besluiten we de bus verder naar Neumarkt te nemen en de hoge berg ertussen  te vermijden. In Neumarkt komen we in een chic hotel terecht. Het is een plaatsje met een middeleeuwse kern en een heel Italiaans karakter. De straten worden geflankeerd door arcaden en vandaar is een ondergrondse doorgang naar ons hotel. We eten in de sfeervol verlichte tuin van een prima restaurant. Wat is het hier prettig!

Vrijdag 8 mei: Neumarkt- St Michele al Adige , 21 km

Het ontbijt is geweldig in ons superhotel. We wandelen op ons gemak langs de Adige en bereiken in vijf uur St Michele. Onderweg passeren we de taalgrens bij Salurn. Vanaf hier is alles Italiaans en niet meer veelal Duits zoals in Zuid-Tirol. St Michele is een onooglijk dorp vlak langs de snelweg. Het hotel oogt armoedig, maar blijkt toch prima te zijn. We eten er aangenaam op het terras.

Zaterdag  9 mei: St Michelle- Trento, 16 km

58 trento klimmersWe lopen langs een saai fietspad en besluiten dan een voetweg wat hogerop te zoeken. Een goed besluit, want het uitzicht van hier is mooi en er zijn leuke dorpjes onderweg. Vanaf de stadsrand van Trento pakken we de bus door de buitenwijken. Ons gereserveerde hotel blijkt ver buiten de stad te liggen op een heuvel, dus lopen we verder en bereiken hotel Giorgio, rustig maar niet handig gelegen buiten de stad. We dalen weer af en zien gevelklimmers overal tegen huizen op klimmen. Leuke sport voor twintigers die hier dit weekend hun feestje hebben. We wonen de zaterdagavondmis bij in de grote Dom, die van het bekende concilie van Trento. Dan drinken we een Spritz op een terras en eten een pizza in een schilderachtig straatje. Weer een klim terug brengt ons in het donker bij ons hotel.

Zondag 10 mei: Trento- Rovereto 22 km

Na twee uur op een mooi fietspad komen we bij een fietstentje met zeker honderd koffiedrinkers. Het is zondag en met prachtig fietsweer heel gezellig hier. Dan volgt een zwaar stuk in de volle zon op een recht pad. Rovereto is een leuke plaats en het hotel is er goed. We ontvangen moederdagapps en bellen met Voorburg. De was hangt te drogen boven ons balkon. De pizzeria is leuk

Maandag 11 mei: Rovereto- Ala 24 km

We lopen verkeerd bij de Adige en dwalen even flink. Het is een pittige dag, lang en vol in de zon. Gelukkig is bed and breakfast Al Velutai erg goed. Het is een oud pand, dat heel mooi verbouwd is. Na veel pizza’s hebben we een luxe menu vanavond. We kijken tevreden terug op een dag die de zwaarste van dit jaar blijkt te zijn.

Dinsdag 12 mei: Ala- Rivalta ,14 km

Leuk ontbijt samen met twee Nederlandse mannen die naar Rome fietsen. Zij doen er zes weken over, wij zes jaar. Aangename ontmoeting. Het wordt een warme dag en we lopen over fietspaden. Om half twee zijn we er al. Rivalta is geen spannende plaats, dus we wassen wat kleren en onthaasten verder op ons mooie balkon.

Woensdag 13 mei: Rivalta- Rivoli Veronese- Verona 17 km

Onze laatste wandeldag. De route is aangenaam. Al zien we vooraf wat op tegen de enorme klim vlak voor Rivoli. Het valt mee en we lopen goed omhoog en komen aan in Rivoli, waar een bus komt naar Verona. We hebben gehoord dat de voorsteden heel lelijk zijn met stoffige marmerfabrieken en alleen grote wegen. Goed om met de bus de stad in te rijden en we hebben geluk: hij gaat twee keer per dag en voor ons is het al na drie kwartier. Hij brengt ons naar het station van Verona en vandaar gaat een andere bus naar het IBIS-hotel dat we thuis al reserveerden. Het is nu heel warm en we zijn blij als we daar zijn. Het hotel staat in een desolate omgeving van autowegen, fabrieken en hotels. Gelukkig is er een leuk restaurantje waar we onze pasta eten.

55 verona arena

Donderdag 14 mei: Hemelvaartsdag in Verona

Met de bus gaan we weer naar de stad. We bezoeken de Arena, waar vanaf juni weer openluchtopera’s worden opgevoerd. Dat missen we dus helaas. We bezoeken de Dom, de kerk San Zeno, het balkon van Romeo en Juliet en bekijken  de mooie bruggen. We genieten van de prachtige stad op een warme dag, maar zonder rugzak is dat goed te doen.veroan brug groot

Vrijdag 15 mei en zaterdag 16 mei 2015: Venetië

We hebben een goede treinreis naar Venetië en gaan naar ons hotel in de 60venice eilandtoeristische wijk Dorsoduro. De stad is te gek. Wat een pracht en praal, wat een toeristen en wat een absurde prijzen voor een biertje of een koffie. Het Canal Grande is wonderschoon en de San Marco is indrukwekkend. We bekijken een muziekmuseum en beluisteren Scarlatti. Na Las Vegas is dit wel de gekste stad waar we ooit waren. Op zaterdag gaan we op advies van Irene naar Murano, het eiland van de glasblazerijen. Het is er erg leuk en weer kijken we onze ogen uit. Na een maaltijd in een mooie binnentuin, waar we enkele leden van een koor spreken die net opgetreden hebben, gaan we naar het Ca d”Oro, dat open is vanwege museumnacht. We genieten van het bijzondere gebouw met haar 15de eeuwse Venice Canal grandeschilderijen. Het is erg gezellig op straat tot laat in de avond.

Zondag 17 mei 2015 : Thuisreis

We bezoeken een aantal landenpaviljoens van de kunstexpositie Biënnale, die prachtig liggen langs Canal Grande. Vervolgens brengt een bus ons naar het vliegveld. Het waren 21 topdagen, waarin we een dikke 300 kilometer liepen, de Reschenpass overstaken, Trento, Verona en Venetië bezochten. We hopen volgend jaar de tocht bij de Arena van Verona weer op te pakken. Nog drie etappes naar Rome. April 2016 gaat de tocht verder.

ROMEREIS in 2016

Vrijdag 22 april 2016 heenreis naar  Verona

13 uur: We naderen vliegveld Charleroi. Speurhonden doorzoeken de bus en zwaar bewapende militairen vragen naar ons paspoort. Het vliegveld is een bewaakte veste een paar weken na de aanslagen bij Brussel Zaventhem. België is veranderd, de onschuld is verloren.

Terug in Verona, een jaar later.

We eten een pizza tegenover de arena, vandaag zonder opera. Mooie, chique mensen flaneren voorbij

Zaterdag 23 april: Verona-Zevio 16 km

Een stadsbus brengt ons naar de rand van de stad. De tocht begint in een modern winkelcentrum. Dankzij een leuke Verona-ober vinden we onze weg de stad uit. Hij wijst ons de weg naar de Adige, onze rivier van al zo lang. We lopen over een mooi pad door een park. De annex van hotel Corte Polli bestaat niet meer.Twee Macedoniërs brengen ons met een jeep naar ons mooie verblijf. Er is een bruiloft, er wordt gedanst. Maar in de nacht valt de rust.

Zondag 24 april: Zevio-Rovechiaretto 25 km

We lopen langs de oevers van de Adige. De 25 kilometer op vlak terrein gaan goed. We hebben een eenvoudig maal in leuk hotel.

Adige

Lange rivier

We volgen je

Over dijken langs oever

Eindeloos

Maandag 25 april: Rovechiarette – Villa Bartolomeo 20 km

2016 3 Pila 2 WilHet is bevrijdingsdag in Italië. De mensen zijn vrij; wij wandelen prachtig langs de rivier. Landhuis Pila ziet er verlaten uit. Als we op een bel aan de poort drukken laat Alberto ons binnen en biedt koel water aan. De agriturismo is op deze feestdag dicht, maar we zijn welkom. Hij biedt ons een luxe appartement aan voor een schappelijke prijs. We halen een pizza in het dorp en eten die op het terras van ons mooie landhuis. Dit is een topadres en Alberto de leukste Italiaan die er bestaat.

2018 2 Pila Aat

Dinsdag 26 april : Villa Bartolomeo- Trecenta 20 km

Nagezwaaid door Alberto en zijn dochter vertrekken we. We volgen de Adige en komen door simpele plaatsjes. Veel huizen in de Povlakte staan te koop

Onthaasten

In dorpen

Zonder enig vertier

Een stoplicht wordt groen

Povlakte

Hotel

Vergane glorie

Een aardige eigenaar

Oude mannen drinken espresso

Onthaasten

Woensdag 27 april: Trecenta- Bondena  23 km

Lange landweggetjes leiden door het landschap. We steken de Po over via een smal voetpad. een rare brug brengt ons richting Bondena. Het laatste stuk waait er een frisse wind over de rivierdijk. In hotel Tassi eten we crackers met kaas op de kamer. We bellen E en A, die jarig is op koningsdag. De Povlakte bevalt ons beter dan verwacht

Donderdag 28 april: Bondeno- Sant’ Agostino 14 km  

Een vriendelijke vrouw serveert ontbijt met twee taarten. We halen bij de bakker langwerpige broodjes van de streek. Het gras op de rivierdijk is hoog, we hopen dat er geen slangen kronkelen onder de voeten. Bij een bruggetje is er ineens een zaakje met cappuccino en dat smaakt. Het hotel dat we uitzochten is lelijk en ligt langs de weg. We kiezen dus voor een trattoria met het beste diner ooit. De eigenaar vertelt ons dat de vijfde generatie, zijn zoon en dochter, nu in de zaak werkt. Op elke tafel ligt een uniek vormgegeven gastenboek. We schrijven in ons beste Italiaans:

Rosa

Perfecte trattoria

Alles heeft kwaliteit

De aandacht doet goed

Klasse

Vrijdag 29 april: Sant Agostino- Pieve di Cento 13  km

Ook het ontbijt overtreft alles wat we eerder meemaakten: zelfgebakken brood en meerdere taarten. Bij het afscheid is de rekening hoger dan ooit op onze tochten. Het was het waard! Het afscheid op de drempel is warm.

Over de dijk bereiken we  Pieve di Cento. Een vriendelijke dame laat ons binnen. Gastenverblijf Santa Chiara is een geweldig pand in het oude centrum. De eigenares wijst ons museum Magi 900 met mooie kunst. Onze pelgrimskamer met de naam Vincent van Gogh is heel prettig. 

2016 5 Pieve W

Donderdag  30 april: Pieve di Cento- Argelato 15 km

Na een uitstekend ontbijt krijgen we een goede wandelkaart  mee. We lopen tot Argelato, een buitenwijk van Bologna. Daar pakken we de trein de stad in. San Felice is een sfeerloos stadshotel en dat is weer even wennen. De bibliotheek en de kathedraal Petruno zijn prachtig.

2016 6 Bologna bieb

Zoon J. wees ons een straatje met een goede pizzeria en dat blijkt een toptip. Onder de bogen lopen we terug naar ons hotel in de eerste bui van de tocht

Vrijdag 1 mei: Bologna – San Luca v.v. 13 km

We lopen langs een slingerweg de berg op naar San Luca. Er is die dag een wielerwedstrijd en de renners flitsen langs. De kathedraal op de heuvel is zeer de moeite waard. Terug lopen we onder 666 bogen door

2016 7 bogen Bologna a 

1 mei is een feest met politieke liederen op het plein. Na de pasta op het terras is de kerk San Stephan nog open. Heel bijzonder zoals de hele stad in de avond van 1 mei sfeer ademt.

Zaterdag 2 mei: Sasso Marconi - Brendo 13 km ( 500 meter klim)

Het is zwaarbewolkt en het plenst van de regen als we de trein uitstappen die ons buiten Bologna bracht. Zullen we op pad gaan? We wagen het erop. Voetweg 122 brengt ons naar de Via degli Dei, onze weg voor de komende week door de Apennijnen. Het pad is zo glad dat je steeds wegglijdt. Misschien moeten we terug. Maar dan bereiken we een verhard pad en daarna loopt het weer goed ondanks de regen. Agriturismo Piccola Raieda ligt schilderachtig, de natte schoenen staan bij de open haard en onze gastvrouw brengt een 5-gangendiner: Omelet, Zuppa Imperiale- Kas en Worstplank – Toscaanse cake met notenlikeur – espresso

2016 9 W Agrit

Wat een plek hier in de bergen. We spelen Triviant in het Italiaans en weten soms iets.

Zondag 3 mei: Brentano - Manzuno 12 km ( 500 meter klim)

Wat Wil en ik vandaag beleven is bijzonder en ik kan het alleen vertellen als verhaal:

 In de agriturismo  lees ik het verhaal van Franciscus en de wolf. Wolven ken ik voornamelijk uit sprookjes. Roodkapje die opgegeten werd; een van de zeven geitjes dat zich in de klokt verstopt, doodsbang voor de boze wolf; drs P die in een trojka op weg is naar Omsk, een mooie stad, maar net iets te ver weg. Een voor een worden de kinderen uit de troika gegooid om de roedel achtervolgende wolven bezig te houden. Moet Sonja het maar wezen, nee Sonja speelt viool; tot de keus tenslotte op de kleine Pjotr valt. Terwijl de familie luidkeels zingend op weg is naar de stad Omsk, rennen bloeddorstige wolven achter de trojka aan. Gruwelijk. Een verhaal waar ik altijd weinig mee had was het verhaal van Franciscus en de wolf, het te brave verhaal van die middeleeuwse heilige sprak me nooit aan, tot vandaag. Het is  koud  en een heel stil stuk lopen zonder dorpen in de buurt. Ik wandel op een stenig pad, kom om de hoek van een rots en sta oog in oog met twee dieren, nou oog in oog, er zit 50 meter tussen en zij kijken mij niet aan, ik hen wel. Twee wilde honden schat ik in. Nu moet u weten dat ik bang ben voor honden sinds ik als kind gebeten ben. En dan hier alleen tegenover twee wilde honden. Mijn hart bonkt. Ik kijk beter: hoog op de poten, spitse bek met een witte vlek. Dat zijn geen honden, dat zijn twee wolven. Ze hebben me niet door en snuffelen wat op de grond. Ga ik een stok pakken? Ik ben kansloos in het gevecht. Ren ik weg, dan komen ze vast achter me aan. Ik doe niets en verstijf. Er zijn verhalen, roodkapje, zeven geitjes, de kleine Pjotr van drs P en Franciscus.

 Het is hartje middeleeuwen. Franciscus komt in de stad Gubbio aan en hoort van de bewoners dat ze doodsbang zijn voor een wolf die rond de stad zwerft. Hij heeft al menig inwoner van Gubbio gedood en opgegeten, volwassenen, kinderen, bejaarden. De stadspoort is dicht en niemand durft naar buiten, de inwoners zijn opgesloten in hun eigen stad. Dan biedt Franciscus aan om met de wolf te gaan praten. Nee, roepen de inwoners, niet doen, levensgevaarlijk; ze houden van Franciscus en willen niet dat hem kwaad geschiedt. Toch gaat Franciscus de stad uit; de poortwachter doet de poort op een kier. Direct komt de wolf tevoorschijn, brommend, bloeddorstig. Dan zien de inwoners die op de stadsmuur staan het volgende gebeuren. Franciscus spreekt de wolf vermanend toe: Jij hebt de inwoners van Gubbio onrecht aangedaan en dit moet stoppen; en ik zie ook dat je honger hebt en dat je eenzaam bent. De wolf luistert naar de stem van Franciscus en gaat aan zijn voeten liggen. Wolf, zegt Franciscus, wil je vrede sluiten met de inwoners van Gubbio. Jij valt hen niet aan en zij geven jou te eten en laten je binnen in de stad. De wolf kijkt Franciscus aan en legt dan de poot in de hand van de man. Ze lopen samen de stad binnen en gaan staan op het marktplein. De inwoners van de stad komen aarzelend tevoorschijn en dan verheft Franciscus zijn stem: De wolf belooft om jullie met rust te laten, als jullie hem vriendelijk bejegenen en hem te eten geven. Stemmen jullie daarmee in. Het is doodstil op het plein. Dan treedt de dappere burgemeester naar voren, de Aboutaleb van de middeleeuwen en steekt zijn hand op en langzaam volgen alle inwoners en steken hun hand op. Vanaf dat moment leven de inwoners van Gubbio en de wolf in vrede met elkaar. 

Ik sta oog in oog met twee wolven, doodsbang, met kloppend hart, versteend. Dan zie ik hoe de wolven hun snuit in de lucht doen, ze hebben me geroken. Voor het verhaal was nu mooi geweest als we vrede hadden gesloten en ik met twee wolven naast me verder liep. Jammer, was een goed verhaal geweest.  Wat echt gebeurde is, dat ze wegliepen. Tussen de rotsen door verdwenen ze langzaam uit het zicht. Bezweet en in de war liep ik verder. Ik bereik Manzuno. Een dubbele espresso vraag ik aan de cafebaas. Hij vraagt me of het wel goed met me gaat, ik zie er kennelijk verhit uit. Ik vraag hem of er wolven in die streek zijn. Ja, zegt hij, wat jaloers. "Ik zag er nog nooit een. Ze zijn schuw en bang voor mensen. Het is zeker dertig jaar geleden dat er hier een mens aangevallen en gedood is. Ze verstoppen zich meestal hoog in de rotsen". Ik vraag hem of hij het verhaal van Franciscus en de wolf kent. Natuurlijk ken ik dat, iedereen kent dat verhaal hier, ik ben in de buurt van Florence, en van Gubbio en Assisi. Iedereen kant dat verhaal hier. Vandaag was een bijzondere dag. Wil en ik zagen twee wolven!

4 mei: Manzuno – Madonna dei Fornelli 12 km

We zijn nog vol van het zien van de wolven. Op internet bekijken we foto’s en komen tot de conclusie dat het echt wolven geweest zijn. Ook bewoners van de streek bevestigen ons, dat ze hier leven, al ziet men ze zelden. De weg gaat intussen steil omhoog, de Montevenere op ( 1000 meter hoog). Bovenop staat een televisietoren en vandaar kijk je uit over de hele streek en in de verte zien we sneeuwtoppen. Het hotel in Madonna dei Fornelle ligt op 800 meter hoogte en is prettig.

Wolven

Heel dichtbij

Wij zijn bang

Maar zij vluchten weg

avontuur

5 mei: Madonna dei Fornelli – Passo di Futa 16 km

2016 11 kerkhof passo

Dit is de zwaarste loopdag tot nu toe, want we gaan over oude Romeinse wegen over drie bergtoppen heen. Onderweg zien we gedenktekens van Romeinse soldaten die deze weg tweeduizend jaar geleden liepen. Op deze ‘godenweg’ lopen we samen met een Italiaans echtpaar dat precies hetzelfde tempo als wij loopt en dan blijf je elkaar de hele dag zien. De weg is modderig na een regennacht en klimt en daalt sterk. In Passa del Futo hebben we een stacaravan op een erg leuke camping met een goede pizzeria. Op tien minuten lopen is een Duitse oorlogsbegraafplaats. Na een zware veldslag op de pas werden hier 30.000 Duitse soldaten begraven. We lopen langs de graven met Duitse namen erop. Negentien jaar zijn sommigen, gevallen op een berg in Italië. Eindeloze rijen graven in een geweldige natuur. We houden hier onze twee minuten stilte die we gister op 4 mei vergeten zijn. Mag dat voor Duitse soldaten, de verkeerde kant dus? Ja, vinden  we. Het verdriet van de  moeder van een Duitse soldaat is vast niet minder erg geweest dan dat van een Engelse moeder. “Hoor het bloed, dat roept uit de aarde, dat het vergeefs is vergoten”.

6 mei: Passo di Futa – St Agatha 15 km

We ontbijten voor onze caravan en lopen de pas op naar een hotel midden op de pas, vlak achter het oorlogskerkhof. In dit hotel hangen foto’s van de Giro d’Italia, de wielerronde die hier vaak langs kwam. Historische plek, waar ooit Fausto Coppi won. Die avond horen we dat toevallig vandaag de Giro gestart is in Apeldoorn enat Tom du Dumoulin de tijdrit won. De tocht is ook vandaag heel zwaar. Over de afdaling doen we zes uur op een eenzaam en steil pad. Midden in het bos staat de ruïne van een herberg. We lezen het verhaal van een herbergier die hier zijn klanten vermoordde. Het maakt het allemaal nog spannender, als we een wat verwarde boer tegenkomen. We zijn blij als we aankomen in St Agatha in het dal, maar er is geen overnachtingsplek vrij. Lastig als je moe bent na een lange wandeldag. De bareigenaar wijst ons een verscholen bushalte en tot onze verbazing komt er als snel een bus, die ons naar San Pierro a Sieve brengt, zeven kilometer verderop. Albergo Feliciana is een erg mooie herberg op een pleintje. We worden vriendelijk ontvangen en de kamer is super. De pizza smaakt ons goed en we slapen er heerlijk.

7 mei: rustdag San Piero a Sieve

Vandaag wacht de zware etappe naar Monte Senario. Bij het ontbijt besluiten we om na veertien wandeldagen onze eerst rustdag te nemen. een betere plek daarvoor dan onze mooie Albergo is er niet. We kunnen het niet laten en maken ene kleine rondwandeling naar het enorme Fortezza boven de stad. Daarna zitten we lang op een leuk terras. Het is nog drie dagen naar Florence, maar er ligt nog een grote berg tussen die we over moeten. In de avond eten we bij de allerleukste pizzeria van de hele tocht, met tiramisu toe.

8 mei: San Piero – Olmo 13 km

Aan de grote ronde ontbijttafel treffen we zeven Italiaanse wandelaars, die ons waarschuwen voor zwaar onweer vandaag. Zij zelf nemen de bus naar Florence. Wij willen ons de prachtige etappe niet laten ontnemen, maar korten de wandeling iets in door de bus (er gaan er slechts twee per dag op zondag) naar de voet van de berg te nemen. Na onze rustdag gaan we heel sterk en we bereiken de prachtige abdij uit 1084 al om twaalf uur, net op tijd want het klooster is maar tot 13 uur open. We bekijken de kapel en luisteren naar het gezang van de monniken. Er heerst hier een bijzonder sfeer. De afdaling gaat in twee uur en is heel aangenaam, al rommelt er al onweer in de verte. In ons prachtige hotel Dino zien we uit onze kamer Florence ver in de diepte liggen. Er is een eerste-communiefeest met prachtig geklede kinderen. Dan breekt er een enorm onweer los, maar we zijn binnen en zijn blij dat we de tocht gelopen hebben.

Montesenario

Monniken zingen

Op achterste bank

Luisteren  we naar hen

Eeuwigheid

9 mei: Olmo – Fiesole 14 km

Prima ontbijt in hotel Dino. Meteen een steile klim van driehonderd meter. Ondanks de overvloedige regen is het pad gelukkig goed begaanbaar. Met mooi weer wandelen we na de top over rustige paden omlaag. Hotel Sorriso is aangenaam en ligt midden in Fiesole. We bezoeken de opgravingen en het mooie amfitheater. We bezoeken de Franciscuskerk.en genieten van de uitzichten op de stad Florence. Morgen bereiken we het doel van de tocht van dit jaar. Op een terras gaan we de reis nog eens na: We liepen de Povlakte door, zagen wolven, liepen op bergpaden in de Apennijnen en bezochten kloosters.

2016 15 fiesole arch

10 mei: Fiesole – Florence  11 kilometer ( totaal 260 km voorjaar 2016)

We lopen naar de Badia, het gebouw halverwege de berg waar we lang geleden met broer J. waren. J. heeft goede herinneringen aan zijn tijd hier. Hij woonde en studeerde hier. Wij hadden ooit een mooi bezoek bij hem.

2016 18 badia jan

Wij dalen eerst af langs een drukke weg, dan vanaf San Domenico is het een  mooie afdaling naar de stad en door de voorsteden. We komen langs de San Marco en lopen tot het Domplein.

260 kilometer liepen we, voor de helft in bergachtig gebied. In ons hotel hebben we een eigen woonkamer, een ligbad, een eigen balkon. Wat een fijne plek om hier vandaan de stad in te gaan, twee dagen lang. We lopen naar Palazzo Pitti en de Ponte Vechhio en eten er heerlijk.

11 mei Florence en 12 mei Pisa : Mooie dagen in deze beide steden

13 mei reizen we terug naar huis. Over een jaar gaan we hier weer verder.

In 2016 liepen we van Verona  naar Florence 265 kilometer

Foto’s